Tag archieven: Filosofie

Antifragiel – Nassim Nicholas Taleb

Antigragiliteit bepaalt de grens tussen wat leeft en organisch (of complex) is, zoals het menselijk lichaam, en wat inert, zoals een tastbaar voorwerp (zoals de nietmachine op je bureau).

Antifragiliteit heeft de bijzondere eigenschap dat ze on in staat stelt met het onbekende om te gaan, dingen te doen die we niet begrijpen – en ze goed te doen. Laat het me stelliger formuleren: dankzij antifragiliteit zijn we over het algemeen beter in doen dan in denken. Ik ben lever dom en antifragiel dan zeer slim en fragiel.

De onmogelijkheid om risico’s van ingrijpende, zeldzame gebeurtenissen in te schatten en het plaatsvinden ervan te voorspellen. Het is gemakkelijk om te bepalen of iets gevoelig is voor schade als gevolg van volatiliteit dan om de gebeurtenis die de schade veroorzaakt, te voorspellen. Ik stel dus voor onze huidige visie op voorspellen, prognosticeren en risk-management radicaal te veranderen.

Antifragiliteit kan bijna altijd worden opgespoord met een eenvoudige asymmetrietest: alles wat meer voordeel dan nadeel ondervindt van toevallige gebeurtenissen (of bepaalde schokken) is antifragiel; voor het fragiele geldt het tegenovergestelde.

Net zoals een maand in bed blijven liggen tot spieratrofie leidt, worden complexe systemen zwakker als we stressoren wegnemen. Veel in onze moderne, gestructureerde wereld schaad ons vanwege top-down beleid en verzinsels die exact dat doen: een belediging voor de antifragiliteit van systemen.

Complexe systemen bestaan uit talloze onderlinge afhankelijkheden – lastig te detecteren – en niet-lineaire reacties. Niet-lineair betekent dat als je bijvoorbeeld de dosis van een bepaald geneesmiddel verdubbelt, je niet tweemaal het beoogde effect krijgt, maar veel meer of minder. Twee weekendjes in Parijs zijn niet twee keer zo leuk als een enkel weekendje.

Een vervelend aspect van Zwarte-Zwaanprobleem – en eigenlijk het belangrijkste, onopgemerkte punt – is dat de kans op (heel) zeldzame gebeurtenissen domweg niet te berekenen is. We weten veel minder over overstromingen die eens in de honderd jaar plaatsvinden dan over overstromingen die eens in de vijf jaar plaatsvinden – de modelfout neemt in het geval van kleine kansen toe. Hoet zeldzamer de gebeurtenis, hoe minder handelbaar, en hoe minder we weten over de frequentie waarmee die plaatsvindt. En toch, hoe zeldzamer de gebeurtenis, hoe groter het vertrouwen van die ‘wetenschappers’ die zicht met statistiek, voorspellingen en modellering bezighouden en op conferenties kleurrijke powerpoint presentaties met talloze vergelijkingen laten zien.

Ze (de natuur) is in de loop van miljarden jaren zover gekomen, zonder veel bemoeienis van hoogopgeleide, door headhunters aangestelde mangers.

De fragilista behoort tot die groep mensen die strak in het pak zitten, ook op vrijdag,. Hij ondergaat je grappen met ijzige ernst en ontwikkelt doorgaans al vroeg in zijn leven rugproblemen door achter het bureau, in het vliegtuig, en in kranten gedoken te zitten. Hij is vaak verwikkeld in een vreemd ritueel, dat over het algemeen ‘vergadering’ wordt genoemd. Behalve dat hij over deze kenmerken beschikt, denkt hij eigenlijk dat wat hij niet ziet niet bestaat, of dat wat hij niet berijpt niet bestaat. In wezen verwart hij het onbekende met het niet-bestaande.

Veel schrijvers en academici zeggen privé, na een halve fles wijn, heel andere dingen dan in hun gedrukte teksten. Hun schrijven is met recht nep te noemen. Veel problemen in onze samenleving zijn te wijten aan het argument dat ‘anderen het ook doen’.

Empathie met de zwakkeren is, wat mij betreft, na intellectuele durf, de meest lovenswaardige eigenschap.

Begrotingstekorten zijn aantoonbaar een voorname bron van fragiliteit in sociale en economische systemen.

Iemand die eruitzag als een bankier liet zijn bagage dragen door een portier in uniform. Ongeveer 15 minuten later zag ik diezelfde bankier in de fitnessruimte gewichtheffen, waarbij hij de natuurlijke oefening van het torsen van bagage probeerde te repliceren.

Intellectuelen zijn geneigd om zich te focussen op de negatieve gevolgen van toeval (fragiliteit) en niet op de positieve (antifragiliteit). Dit gebeurt niet alleen in de psychologie, maar overal.

Om een voorbeeld te geven: professionele risk managers kijken naar het verleden om informatie over zogenaamde worst-case scenario’s te verzamelen en gebruiken deze informatie om toekomstige risico’s in te schatten. Deze methode wordt ook wel de ‘stresstest’ genoemd. Ze nemen de zwaarste historische recessie, de gruwelijkste oorlog, de goorste schommeling in de rentevoet of de hoogste werkloosheid en nemen dit als schatting van de slechts mogelijke toekomstige situatie. Maar ze letten hierbij nooit op de volgende inconsistentie: dit zogenaamde ‘worst-case scenario’ overtrof destijds ook het slechtste scenario dat indertijd bekend was.

Hetzelfde was het geval met de kerncentrale van Fukushima, waar het in 2011 op een catastrofale manier misging na een tsunami. De centrale was gebouw om de zwaarte aardbeving uit het verleden te weerstaan.

Herhaalde bestraffingen drukken weliswaar de haat bij een enkeling de kop in, aar ze wekkeren die van allen aan… net zoals gesnoeide bomen weer ontelbaar veel nieuwe takken krijgen. Revoluties voeden zich met onderdrukking. Als men een paar demonstranten doodt, zullen er nieuwe bijkomen, als de aangroeiende kop van Hydra.

Was Prozac de vorige eeuw beschikbaar geweest, dan zouden de ‘spleen’ van Baudelaire, de stemmingen van Edgar Allen Poe, de gedichten van Plath, de lamentaties van talloze andere dichters, alles kortom, met een ziel, ons nooit hebben bereikt.

Maar de ergste vorm van toeristificatie vinden we in het leven dat de moderne mens in gevangenschap moet leiden, in onze vrije tijd: de vrijdagavond in het concertgebouw, geplande feestjes en gepland jolijt. Een gouden kooi. Deze doelgericht attitude doet pijn, diep in mijn existentiële zelf.

Sommige delen in het binnenste van een systeem moeten dus fragiel zijn om het systeem als geheel antifragiel te maken.

Als de natuur de economie zou aansturen, zou ze haar levende leden niet constant te hulp schieten om ze eeuwig te laten doorleven. Noch zou ze permanente regeringen en departementen hebben die met hun voorspellingen de toekomst te slim af willen zijn- ze zou niet toestaan dat de zwendelaars van het department of Management and Budget zulke systemische arrogante fouten maken.

De natuur (en op de natuur gelijkende systemen) houdt meer van diversiteit TUSSEN organismen dan van diversiteit IN organismen.

Elke vliegtuigcrash maakt vliegen veiliger, verbeter het systeem – degenen die ontkomen, dragen bij aan de algehele veiligheid van andere passagiers. Swissair vlucht III, TWA vlucht 800 en Air France vlucht 447 maakten de verbetering van het systeem mogelijk. Deze systemen leren omdat ze antifragiel zijn en zo opgezet dat ze gebruikmaken van klein fouten. Hetzelfde kan NIET gezegd worden van economische crashes, aangezien het economisch systeem, in de huidige vorm, niet antifragiel is. Waarom niet? Er zijn honderdduizenden vluchten en het neerstorten van één vliegtuig heeft geen directe uitwerking op andere vluchten – mondiale economische systemen fungeren echter al een geheel: fouten verspreiden zich en versterken elkaar.

Wat Erasmus ingratitudo noemde, de ondankbaarheid van de mens, neemt toe in deze tijd van globalisering en internet.

Fluctuat nec mergitur schommelt of drijft, maar zinkt niet

In zakelijke en economische besluitvorming heeft het vertrouwen op data ingrijpende neveneffecten – data zijn nu, dankzij de hoge mate van connectiviteit, alomtegenwoordig en de hoeveelheid misleidende data neem toe naarmate we ons dieper in onderdompelen. Een zelden besproken eigenschap van data: ze zijn giftig in grote hoeveelheden – zelfs in bescheiden hoeveelheden.

 

De Antichrist (F. Nietzsche)

2

Wat is goed? Alles wat het gevoel van macht, de wil tot macht, de macht zelf in de mens opvoert

Wat is slecht? Alles wat voorkomt uit zwakte

Wat is geluk? Het gevoel dat de macht groeit – dat weerstand overwonnen wordt

6

Ik noem een dier, een soort, een individu verdorven wanneer het zijn instincten kwijtgeraakt, wanneer het koest voor, wanneer het de voorkeur geeft aan wat hem schaadt.

14

De mens is, relatief genomen, het slechts gelukte dier, het ziekelijkste, dat in gevaarlijke mate van zijn instincten is afgedwaald – hoewel, met dat al, ook het interessantste.

20

Het boeddhisme is de enige werkelijk positivistische religie de geschiedenis ons laat zien.

23

De liefde is de toestand waarin de mens de dingen het meest ziet zoals ze niet zijn.

43

Als men het zwaartepunt van het leven niet in het leven legt, maar verlegt naar het “hiernamaals”- naar het niets – dan heeft men aan het leven elk gewicht ontnomen

47

Men is geen filoloog of arts zonder tegelijk ook antichrist te zijn. Als filoloog kijkt men namelijk achter de heilige boeken, als arts achter de fysiologische verkommering van de van de typische christen. De arts zegt ongeneeslijk, de filoloog zwendel.